Meneer Makbouli werkt al 30 jaar bij de hoofdstedelijke politie. 'hulp verlenen aan hen die dit behoeven' en het 'handhaven van de openbare orde' zit in zijn DNA. Tot verbazing van Makbouli kan hij dit nog 'beeldig' verwoorden ook!
Tweede kerstdag. Ik ben eindelijk weer eens ingedeeld voor de noodhulp en heb
ochtenddienst. Het begint tijdens de kerstdagen vaak rustig en in de loop van de dag volgen de
traditionele “Huiselijk Geweld” meldingen. Ik bestuur de “3201” en ben samen met collega Geert. Rond half 9 is er weinig verkeer en zijn er
nog nauwelijks meldingen. Maar de ervaring leert dat één melding genoeg is om
je dag een andere wending te geven. En
zo ook deze keer: “3201….mogelijke reanimatie op de ...straat nummer xx. U heeft toestemming” meldt de mobilofoniste van het Operationeel
Centrum.
'Toestemming', altijd weer leuk. Toestemming staat voor rijden met zwaailicht en
sirene oftewel met 'toeters en bellen' zoals wij dat noemen.
Ondertussen worden ook de collega’s van de 4401 er naartoe gestuurd, evenals de
Brandweer en de ambulance. Geert accepteert de melding en we gaan op weg. Niet
echt een uitdaging helaas deze rit omdat er nog weinig verkeer is , maar toch
geinig.
Na een paar minuten zijn we ter plaatse, op de voet gevolgd
door de 4401. Buren doen de algemene toegangsdeur open en het blijkt
(natuurlijk) op drie hoog te zijn. De lift nemen doen we bijna nooit dus het
wordt rennen. Geert heeft de AED mee gegrist waarmee elke dienstauto is
uitgerust. We zijn er. Bejaarde man in streepjespyjama doet open. Op zijn
aanwijzen vinden we in een slaapkamer een eveneens bejaarde vrouw die op haar
rug op de grond ligt, slechts gekleed in onderbroek en pyjamajasje. Ik
controleer meteen ademhaling en hartslag. Aanspreken. Niks. Geert knipt het
jasje open met de kledingschaar en start de AED. Ik begin met hartmassage
terwijl hij de 2 zelfplakkende pads op het bovenlichaam zet. Ik hoor bij de
eerste massage al meteen het gedempte “knap” geluid wat bij het breken van een
rib hoort. Dat worden er trouwens in totaal drie, maar dit is bijna
onvermijdelijk bij zo’n broos lichaam..
Als ik halverwege de 30 massages zit roep ik om het
mondkapje welke standaard in het AED pakket zit. Geert roept: “Is er niet!”.
GODVER….én GATVER, want nu moet ik beademen zonder kapje en da’s vies. In zulke
gevallen hoef je niet persé te beademen maar ik besluit het toch te doen. Hoort
bij het reanimatie-dingetje en als je bij de politie zit moet je in sommige
situatie’s niet zeuren. Ik controleer de mondholte op losse voorwerpen en duw
de tong, die uit haar mond steekt, naar binnen.
Oh ja….handschoenen. Geen tijd voor genomen. Kinlift doen en gaan. Het
voelt allemaal ijskoud aan, maar gelukkig val de nattigheid mee. Ik zie de
borstkas tweemaal wat omhoog gaan. De AED doet het inmiddels, al gaat het grotendeels langs me heen. Hoor wel de
mevrouw, die in het apparaat zit, zeggen:
“Geen schok geadviseerd.” Foute boel gewoon dus. En weer door! Na 3x30
massages en zes beademingen word ik afgelost door iemand van de Brandweer
Amstelveen. Vier brandweermannen en vier man/vrouw van de ambulance zijn inmiddels
ook ter plaatse en nemen de boel over.
We maken meer ruimte door alles wat beweegbaar is in de
slaapkamer op elkaar te stapelen, want het wordt wel erg druk daar. Ik zweet me
helemaal gek inmiddels. We gaan naar de man, die is opgevangen door de
collega’s van de 4401. Hij vertelt opmerkelijk kalm dat zijn vrouw een
kerstontbijt ging klaarmaken en hem daarna zou roepen. Ze hebben elk een eigen
slaapkamer en na 'een tijdje' ging hij toch maar kijken waar ze bleef en vond
haar op de grond. Ruwe schatting is dat ze een dik half uur gelegen heeft.
Kansloos.
Op een tafel in de woonkamer staan twee kaarsen, met twee
bordjes erbij. Krentenbolletjes met kaas als kerstontbijt. De man vertelt dat
zijn vrouw ernstig ziek is. Ik denk meteen aan het ontbrekende mondkapje, maar
het gaat om kanker aan haar eierstokken. Gelukkig. Kanker is niet besmettelijk,
bovendien heb ik geen eierstokken.
Ondertussen wordt in de slaapkamer het “protocol” afgewerkt,
zonder positief resultaat. Na het beëindigen ervan worden de gebruikelijke 5
minuten gewacht en zegt één van de ambulancebroeders dat het 'klaar' is. Iedereen gaat weg, behalve wij en twee ambulancebroeders.
Zij bieden aan te blijven om de huisarts op te vangen. Nou graag, ons
kerstontbijt op het bureau wacht ook. Voordat we weggaan help ik nog de vrouw
op haar bed te tillen en wat te fatsoeneren. Kamer nog opruimen en klaar. De
man nog gecondoleerd, die helemaal alleen zal blijven met zijn vrouw tot zijn familie
uit het oosten des lands komt.
Onderweg beseffen we
dat we het 20 minuten voor het gebeuren nog gehad hebben over reanimatie en de
AED. Ik heb zelfs nog gezegd dat ik nog nooit de AED in actie had gezien. Maf.
Ik houd voortaan mijn mond wel.
Terug op het bureau rapporteren we de boel in de
computer. De Chef van Dienst vraagt bij zulke opdrachten altijd hoe het
gaat en wat er gebeurd is. Het halve bureau luistert mee en op
geintjes kan je dan wachten: ”Ga je thuis nog vertellen dat je vreemd bent
gegaan met een bejaarde” tot “tongzoenen met een andere vrouw, lekker hoor”. De
lachsalvo’s doorbreken de spanning dan altijd. Niet uit te leggen aan de 'buitenwereld' maar het is voor ons functioneel.
Daarna uitermate gezellig en lekker ontbeten met z’n allen.
Mijn eetlust heeft er absoluut niet onder geleden, zo blijkt. Alleen even geen
krentenbolletje voor Leo. Ik heb al ruim 30 reanimatie’s op mijn conto maar sommige
blijven je bij. Zo ook deze.