“…. Als ik u ooit ergens tegenkom dan gaat u daarna wakker
worden in een ziekenhuis en daarna nog heel lang revalideren….” Deze bedreiging werd in 2014 per mail geuit in de richting van een
politicus. Vandaag was de strafzitting bij de politierechter in Amsterdam.
Als argumenten op zijn,
kritiek niet wordt gehoord, doordrammen niet helpt en schelden of kwetsen geen
pijn lijkt te doen is er altijd nog het wereldwijde vrije web om je strafrechtelijke
beledigingen en bedreigingen met iedereen – het liefst anoniem - te delen of
persoonlijk te adresseren. Dat wereldwijde web geeft ons veel, heel veel. De
wereld ligt, op slechts één internetverbinding, voor ons open. Informatie is
toegankelijk voor iedereen; we kunnen ons niet meer verschuilen achter dooddoeners
als ‘Dat wist ik niet.’ Je kunt participeren in het maatschappelijk debat met
volslagen vreemden, ver of dichtbij, artiesten, politici en andere bekenden
zijn binnen één tweet bereikbaar. Nooit was het zo makkelijk om mee te doen in
het openbare debat en ook daadwerkelijk gehoord te worden. Beperkingen van die digitale
vrijheid zijn wat mij betreft daarom ook onbespreekbaar. Die vrijheid brengt
ons daarvoor te veel.
Argumenteren, kritiek
geven, doordrammen, schelden en kwetsen mag dus. En ja, schelden of kwetsen doet
soms pijn maar daar heb je het als politicus maar mee te doen. Ook al doet dat
soms een beetje pijn, besef ook dat nu eenmaal niet iedereen eloquent zijn
argumenten en kritiek formuleert. Dat maakt die meningen niet minder waard. Ook
deze mensen worden namelijk door politici vertegenwoordigd. Een beetje eelt
kweken op de startende tere politici-zieltjes kan daarom geen kwaad. Sterker
nog: dat moet! Er is nog nooit iemand verstandiger geworden met ja-knikkers om
zich heen.
En wat dan met de fatsoensnormen?
Fatsoen, breek me de bek niet open over fatsoen. ‘Jouw fatsoen is de mijne niet
en andersom’ roep ik te pas en het allerliefst te onpas. Als jouw fatsoen het
mijne niet past, is het verstandig dat te laten weten door al dan niet jouw eigen
norm aan te geven. Nog beter is het deze opgelegde voor mij onduidelijke norm,
die dus voor iedereen weer anders lijkt te zijn, te negeren en te focussen op
de inhoud. Ja, dat ook is onderdeel van het kweken van eelt op de tere
politici-zieltjes.
Door mijn werk als
strategisch adviseur Openbare Orde & Veiligheid ben ik verantwoordelijk
voor de veiligheid van een aantal politici. Daarom ook begeleidde ik een van
hen in de rechtszaal. Net als veel mensen houd ik het leven overzichtelijk door
in mijn hoofd mensen in hokjes in te delen. Ik verwachtte dan ook, gezien het
vorenstaande, een wandelende opgepompte tattoo-tijger in trainingspak die zijn
Pitbull voor de deur aan een lantaarnpaal aan de Parnassusweg had vastgebonden.
Vol verbazing aanschouwde ik de verdachte die losjes de rechtszaal inwandelde.
Het was een lange slungel met een brilletje en grijs wild haar. Hij formuleerde
helder en redelijk intelligent.
De lange slungel
bevestigde dat hij de mail had verstuurd in een moment van psychische opwinding.
De argumenten waren op, kritiek was overal al gespuid en schelden en kwetsen deed
geen zeer meer. Hij vertelde dat hij in de tijd rond de bedreigingen vol
participeerde in het openlijke debat maar zijn gelijk op de een of andere
manier niet kon halen. Dit frustreerde hem enorm waarna hij deze mail had
verstuurd. Hij schaamde zich diep. Even voor de duidelijkheid: het was geen
excuus aan het slachtoffer maar schaamte voor de strafrechtelijke bedreiging
die hij had geuit en die zijn intelligente voorkomen had bezoedeld. Daarom ook
had hij, na de aangifte, hulp gezocht. Er was nogal wat mis met hem, zo bleek
uit het rapport van de reclassering.
De lange slungel
gebruikte hierna de strafzaak als politiek podium en toonde tegelijkertijd op
die manier dat hij nog steeds niet van de ernst van het feit was doordrongen.
De rechter maakte daar snel korte metten mee. Het ging in de rechtszaal
tenslotte niet over zijn politieke overtuiging maar om het strafbare feit.
Nog nooit eerder was hij
in aanraking geweest met politie en justitie. De politie had hem ingefluisterd
dat het misschien goed was om een brief te schrijven aan het slachtoffer om
zijn motieven toe te lichten. Die brief was toegevoegd aan het strafrechtelijk
dossier maar was door politie en justitie nooit doorgezonden aan de politicus. Kern
van de brief was dat de enterknop te snel gevonden was op het toetsenbord maar
dat hij geen handelingsplan had bedacht dus dat het slachtoffer zich echt geen
zorgen hoefde te maken. Hij vergat voor het gemak even dat wat hij eigenlijk
bedoelde aan de ene kant van het virtuele draadje niet betekent dat de
ontvanger aan de andere kant van dat virtuele draadje dat ook weet. Een zwak
inlevingsvermogen aldus de rechter.
De rechter was uiteindelijk
helder en duidelijk. Zij hield rekening met zijn psychische toestand.
Tegelijkertijd woog zij dit af tegen het ambt van het slachtoffer die al vaker
bedreigd was: “Als politicus moet je
tegen kritiek kunnen. Tegelijkertijd moet een politicus vrij van enige dreiging
zijn om zijn of haar werk te kunnen doen. Een politicus niet vrij van deze
dreiging laten zijn, doet afbreuk aan onze rechtstaat en weegt daarom heel
zwaar.” Waar normaal een geldboete op zijn plek is voor dit feit werd tot
ieders verbazing een straf opgelegd van 60 uur dienstverlening of 30 dagen
hechtenis, onvoorwaardelijk. Minder dan de officier had geëist maar zeker
genoeg om recht te doen aan het gevoel van het slachtoffer die zichtbaar onder
de indruk was van het voorval en de zitting.