woensdag 3 november 2010

Houdbaarheidsdatum van echte rouw

Een bonte maar kleine verzameling mensen stond op de stoep van de Linnaeusstraat. Enkelen droegen T-shirts met opschrift: “Ridders van het vrije woord”. Achter de tekst een foto van Theo en Pim. De T-shirt-dragers zagen er alles behalve ridderlijk uit. Shabby, was de juiste beschrijving voor de klederdracht van het handjevol ridders dat de herdenking moest gaan leiden.

Een goedkope haspel lag op straat, uitgerold naar de opticien die op verzoek van de ridders de elektriciteit leverde. Een gammele geluidsinstallatie werd aangesloten. Achter mij hoorde ik een politieagent moedeloos mompelen: “Dezelfde installatie als vorig jaar, als hij het dit jaar nou maar wel doet.” Onhandig werd er een foto van Theo op het natte fietspad voor BCC aan de Linnaeusstraat gelegd, daarbij zes zonnebloemen. Voor ieder jaar van zijn dood één. De persfotografen klikten er enthousiast op los bij zoveel symboliek. Eén van hen merkte op dat Theo daar toch echt niet had gelegen, maar dat dat een paar meter verder was. “Bij de kogelgaten” voegde hij daar aan toe. Opgelaten werd het instantmonumentje weggehaald en driftig zocht men naar de kogelgaten. Hetzelfde ritueel volgde: zonnebloemen, foto, roos, cactus en waxinelichtjes.

De ceremoniemeesteres en tevens opperridder pakte de microfoon. Ik heb Theo niet gekend, maar ik kan me zo voorstellen dat hij bij zoveel dreigende treurigheid het gevoel had in te moeten grijpen. Een harde klap volgde en een man vloog door de lucht en landde hard op het wegdek met zijn hoofd. Alle aandacht voor het treurige tafereeltje op het fietspad was verdwenen. Politie en persfotografen richten dankbaar al hun aandacht op het echte werk dat hier op de Linneausstraat letterlijk uit de lucht kwam vallen. De opperridder keek beduusd naar het incident en zag dat haar moment-of-fame zojuist was uitgesteld. Onhandig friemelde ze aan haar microfoon.

Maar zelfs Theo kon niet voorkomen dat de ceremonie toch werd voortgezet. Nadat de ambulance was verdwenen moesten de nieuwsgierig toegestroomde omstanders er alsnog aan geloven. De opperridder kondigde Jack Terrible uit Amersfoort aan die een lied ging voordragen(!). Het jankende geluid van de mondharmonica vulde de Amsterdamse Linnaeusstraat. Hierna werd in onverstaanbaar Amersfoorts een gedichtje gemurmeld. Na iedere couplet volgde opnieuw het jankende geluid van de mondharmonica. Beleefd keken wij toe.

Een man met een elitair voorkomen en een broek die eens wit moet zijn geweest mocht hierna zijn toespraak houden. Via Theo en moslims deed hij WOII aan en maakte vervolgens een sprongetje naar een Turk die geen Turk zou zijn, terug naar WOII om vervolgens met het proces van Wilders te eindigen. De voorbijgangers en de echte inwoners uit de Oosterparkbuurt keken hem meewarig aan. Verwachtingsvol keek hij hooghartig rond of de voorbijgangers op de Linnaeusstraat wel het vermogen hadden om te begrijpen hoe fantastisch en raak zijn zojuist afgestoken verhaal was geweest. Op de ridders na, boeide het weinigen. Voordat het gezelschap afzakte naar De Schreeuw in het Oosterpark volgde nog een ingezonden (!) gedicht. Wederom onverstaanbaar.

De ridders verplaatsten zich naar het park waar de officiële herdenking zou plaatsvinden bij het monument De Schreeuw. In het park keken de alcoholisten opgelucht naar deze verzameling mensen. Blij dat de aandacht nu voor één keer niet gericht was op hen. Op De Schreeuw plakten de ridders hun foto´s en bloemen. De ridders trachtten te verhinderen dat een Amsterdammer een anti-PVV poster op het monument hing. `Ongepast!`schreeuwden ze en deden een poging de poster van het monument te scheuren. De Amsterdammer beriep zich op de vrijheid van het woord. Beteuterd dropen ze af. De Amsterdammer grijnsde.


Een officiële herdenking was kennelijk niet voorbereid want de opperridder en de Amersfoortse liedjesman herhaalden hun kunstjes voor De Schreeuw. Een verdwaalde man met een T-shirt met opschrift Imam Geert en een blonde pruik rapte en danste rond het monument zonder aandacht te hebben voor de opperridder die zonder succes een onoprechte snik liet horen.

Het handjevol mensen intrigeerde me. Ik sprak een man met een foute Pradatrui, zwart lederen jas en een zwarte snor aan. Hij keek triest naar het handjevol mensen dat in het Oosterpark volledig werd opgeslokt door de ruimte. In onvervalst Rotterdams vertelde hij me dat hij Rinus heette en dat hij drie maanden voor de dood van Pim had geholpen met zijn campagne. Hij was geen moment van zijn zijde geweken. Na zijn dood werd Pim een obsessie voor hem. Hij richtte de stichting Een Beeld Voor Pim op en stak al zijn geld in het project. Nu vele jaren later, bezat hij niets meer. Als er geld op tafel moest komen, waren de ridders niet zo ridderlijk en principieel meer begreep ik van Rinus. De stichting verkondigde nu overal het woord van Pim. Zo ook hier. Zo trokken ze langs allerlei herdenkingen en bijeenkomsten. `Dat klinkt bijna als dagbesteding, een soort hobby` zei ik. Dat was tegen het zere been.De Amersfoortse liedjesman tikte Rinus op de schouder: “Ik zie je bij de herdenking van Pim weer.” Rinus knikte.

Uit fatsoen voor ´de herdenking´ maar verlangend naar hun kop koffie in het bureau aanschouwden de politiemensen het schouwspel.

Arme Theo.

2 opmerkingen:

  1. De houdbaarheidsdatum van echte rouw was voor Carina Cuanna Thuijs uit Doetinchem al binnen een dag verstreken. Carina was een nog jonge Nederlandse vrouw van 23 - studente antropologie in Leiden - die tijdens het bloedbad van Sivas het leven liet. In 1993. Afgefakkeld door moslim extremisten onder toeziend oog van de lokale Hermandad. Niemand in Opperland die haar naam nog kent of haar herdenkt. Had ik Monique van de Ven geheten dan was Bouyeri te laat geweest en had Theo nog geleefd. Weliswaar achter een rollater en dus nooit meer op de fiets na een indringend gesprek met mijn menneke over de brief die hij, Theo dus, kort voor zijn dood had bezorgd. Hoogstpersoonlijk in onze brievenbus had gestoken. Opdat hij er zeker van was dat wij zijn fiolen van hoon zouden lezen over ons dode kindje Nino. Het had Monique twee jaar een wekelijkse gang bespaard naar de psychiater Louis Tas om haar zielenpijn te helen. RIP Carina en Theo kan de rambam krijgen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Theo van Gogh

    Theo klaagde in zijn columns mensen aan.
    Daarmee maakte hij naam.
    Hij kreeg een bekende vriendin.
    En maakte daarmee zijn gewin.

    Theo van Gogh werd filmregisseur.
    De filmindustrie bleek een open deur.
    Om klachten bekend te maken.
    Om personen daarmee te laten staken.

    Iedereen herinnert zich dingen van toen.
    Want Theo had lak aan fatsoen.
    Theo klaagde steen en been.
    Maar was niet gemeen.

    Theo was zo vrij als een vogel.
    Tot die bewuste kogel.
    Theo van Gogh werd geveld.
    En stierf als een held!

    Iedereen herinnert zich dingen van toen.
    Want Theo had lak aan fatsoen.
    Theo klaagde steen en been.
    Maar was niet gemeen.

    Theo was zo vrij als een vogel.
    Tot die bewuste kogel.
    Theo van Gogh werd geveld.
    En stierf als een held!

    BeantwoordenVerwijderen